Update
Interview Annemijn Rijk en Theun Mosk
Lees hier hoe Annemijn en Theun met elkaar in gesprek gaan over de voorstelling die ze samen maakte, Yellow Horizon.
Annemijn: Toen ik je voor het eerst over dit project vertelde, zei je dat het concept van Yellow Horizon voor jou ‘teruggaat naar de essentie’. Wat is voor jou die essentie?
Theun: Goede vraag. Voor mij is de essentie dat je helemaal uit alles waar je dagelijks mee bezig bent gehaald kan worden. Dat je de verbeelding in kan, dat je even de tijd kwijt kan raken, dat je in contact kan staan met het onbekende, het niet-weten. En dat je dat vanuit theater kan maken. Dat je een publiek mee naar die plek kan nemen. Dat zoek ik steeds opnieuw op. Teruggaan naar de kern, dat je echt niet meer weet waar je bent, en daardoor met anderen ervaringen in contact komen, dat is voor mij een essentie.
Theun: Toen we elkaar in de beginfase van het project spraken, had jij het over het anonieme. Dat wat niet ingevuld is, maar ook iets dat wat groter is dan jijzelf. Ik denk dat dat in jouw werk zit, maar volgens mij geloof je — bijna als een activist — ook dat dat een maatschappelijk bewustzijn moet zijn. Kun je dat verder toelichten?
Annemijn: Dit werk begon met een onderzoek naar identiteit, maar ik ontdekte al snel dat het identiteitsdebat veel gaat over kaderen en definiëren. Afkomst, inkomst, gender. Constructivistische concepten worden gebruikt om te bepalen wie we zijn. Ik wil in Yellow Horizon geen lagen bovenop de werkelijkheid bouwen, maar juist kijken naar wat er voorafgaat aan die werkelijkheid: wat maakt ons wereldbeeld? En daarmee het beeld van onszelf in die wereld? Als filosoof ben ik gespecialiseerd in de fenomenologie, de stroming die stelt dat we de wereld enkel tot ons kunnen nemen via ons lichaam. Ons lichaam schept via de zintuiglijke waarneming dus ons wereldbeeld. De filosoof Merleau-Ponty beschrijft die belichaamde waarneming als zijnde iets anoniems, en als iets wat we delen met de waarneembare wereld om ons heen. Zelf ervaar ik dat ook zo. Yellow Horizon is een ritueel, een moment, een oefening geworden om dat anonieme in onszelf op te zoeken. Publiek wordt zintuigelijk gedesoriënteerd en verliest zo even de zintuigelijke waarneming die hen grip geeft op de wereld, die hun status quo vormt. Daardoor kunnen nieuwe sensaties, emoties, ideeën, of inzichten naar de oppervlakte komen. Die mogen meegenomen worden. De zaal uit, de wereld in.
Annemijn: Door haar vorm is Yellow Horizon een werk wat je het beste kan ondergaan, een werk om beleefd te worden. Hoe beïnvloedt het denken over het publiek en hun ervaringen je artistieke werk? Theun: Ik heb in mijn carrière veel kunnen uitproberen en ik weet nu beter hoe publiek iets tot zich neemt. Als je een voorstelling aan het begin van de week speelt zit publiek vaak nog met to-do lijstjes in het hoofd. In het weekend staat men meer open voor een nieuwe ervaring. Door te doen leer je de factoren die een voorstelling beïnvloeden beter kennen, dat is de praktische kant van het verhaal.
Daarnaast denk ik dat testen met een publiek in een vroeg stadium belangrijk is. Dat hebben we nu ook hebben gedaan. Hoe kijkt een publiek? Hoe reageren ze? Dat wat terugkomt is altijd belangrijk, maar het is ook de kunst om heel dicht bij jezelf te blijven en intuïtief iets te maken. Het gidsen van een publiek is essentieel. Alles, vanaf de flyertekst die publiek vooraf leest, totdat ze thuis op de bank zitten, vormt de reis. Daarin moet alles bedacht en aangeraakt zijn door ons als makers. Zo voelt het publiek onze keuzes, en voelen ze zich vrij de ervaring te ondergaan.
Theun: Ik heb me de laatste tijd meer verdiept in de relativiteitstheorie. Daarbij wordt het verleden, het heden, en de toekomst als een zandloper wordt voorgesteld, met het heden als smal middenstuk. Het heden is ook iets wat maakt dat je in het hier en nu bent. Is dat een element in je werk?
Annemijn: Ja, en misschien wel het moeilijkste element. Publiek komt vanuit verschillende contexten naar de voorstelling toe. De juiste voorbereiding om mensen in het hier en nu te krijgen is daarom essentieel. Bij Yellow Horizon is die voorbereiding onderdeel van de artistieke vorm. Het afdoen van sieraden (persoonlijke bezittingen), van je horloge (de tijd), je telefoon (je contacten), het omkrijgen van de cape… De scene waarbij de performers tussen het publiek staan en in een ritme ademen…Het zijn allemaal pogingen, uitnodigingen om het publiek in het moment en in het eigen lichaam te krijgen. Een belangrijke verantwoordelijkheid ligt daarbij bij de performers. Zij geven het goede voorbeeld door zelf zo transparant mogelijk en in het moment en te zijn. Showing by doing. Dat is een uitdaging, maar wel essentieel voor dit werk. Bovendien is dapperheid aanstekelijk: Als zij er vol voor gaan, bereid zijn alles los te laten, wil je mee. Als het lukt, kan ‘in het moment zijn’ en samen iets beleven een diep-menselijk, verbindende ervaring zijn. Wellicht kunnen we dat verbindende, anonieme karakter van de waarneming enkel in het hier en nu ervaren.
Annemijn: Ik heb ons samenwerking vanaf het begin af aan als moeiteloos ervaren. Onze ideeën grepen in elkaar. Best bijzonder, we kenden elkaar nauwelijks. We hebben dezelfde missie denk ik, wat maakt dat onze beider input elkaar versterkt. Hoe heb jij de samenwerking ervaren?
Theun: Als een stapeling van ideeën, maar ook als een soort herijking van mijn eigen makerschap. Ik voel in onze samenwerking het vertrouwen om gezamenlijk een werk te maken, werk wat voor mij dichtbij de essentie van theater komt. Dat heb ik eerder meegemaakt in samenwerkingen met Robert Wilson en Boukje Schweigman. Met hen werkte ik ook puur aan de ervaring, in plaats van aan het narratief. De afgelopen jaren ben ik dat wel een beetje kwijtgeraakt. Ik vind het bijzonder aan onze samenwerking dat dat opnieuw ruimte heeft gekregen om te groeien. Ik zie een hoop mogelijkheden om samen nieuwe beelden te scheppen en te ontdekken.